‘Het gaatomde film!’ riep Henrik Scholte toen hij in 1927 de Filmliga oprichtte.De Filmliga zorgde ervoor dat kunstzinnige en abstracte films, die door hetcommerciëlebioscoopbedrijf niet geprogrammeerd of door de filmkeuring niet toegestaanwerden, toch vertoond konden worden. De Nederlandsche Filmliga ontwikkeldezich tot een organisatie met afdelingen in verschillende grote steden.Amsterdam had de eerste en grootste afdeling, maar ook in provinciestadUtrecht was de kunstzinnige film populair: na Amsterdam kende Utrecht degrootste Filmliga-afdeling.Hoe zag de Utrechtse afdeling van de Filmliga er uit? Wie waren in Utrechtdie bevlogen individuen die de Utrechtse afdeling bij elkaar hielden? En hoe wasde relatie tussen de Utrechtsche Filmliga en de landelijke organisatie? In hoeverresluit de geschiedenis van de Utrechtse afdeling aan bij het beeld dat in Hetgaat om de film! van de Nederlandsche Filmliga ontstaat? Deze vragen staan indit artikel centraal.

Netherlands Institute for Sound and Vision
doi.org/10.18146/tmg.228
Tijdschrift voor Mediageschiedenis

Peters, Floor. (2014). De Utrechtsche Filmliga, 1927 – 1931: ‘Een monsterworsteling tussen ’T Celluloid en Utrecht’. Tijdschrift voor Mediageschiedenis, 7(1), 33–50. doi:10.18146/tmg.228