New Journalism wordt meestal omschreven als een vorm van journalistiek die gebruikt maakt van literaire technieken, of als literaire nonfictie.  In eerdere (contemporaine) analyses van het fenomeen door wetenschappers, uitgevers en de ‘nieuwe journalisten’ zelf, stonden juist de reportages centraal, en werd met ‘nieuwe journalistiek’ ook de nieuwe werkwijze van de zogenaamde ‘underground press’ aangeduid.  De alternatieve pers wilde een ‘ander’ wereldbeeld tonen, en met de mantel der ‘autoriteit’ bedekte misstanden opsporen en aan de kaak stellen.Deze (cultuur)kritische component maakte New Journalism in de context van de jaren zestig en zeventig politiek van aard. De progressieve politiek van deze periode beperkte zich niet tot het traditionele politieke domein, maar manifesteerde zich in de hele samenleving. Door de wereld op een andere, minder vanzelfsprekende wijze te tonen, schiepen de nieuwe journalisten de ruimte en daarmee de mogelijkheid om deze te veranderen.Aan de hand van een analyse van contemporaine stukken van en over nieuwe journalisten zal deze redenering worden uitgewerkt en aannemelijk gemaakt. Op basis van deze interpretatie van het fenomeen New Journalism zullen vervolgens vormen van ‘nieuwe journalistiek’ in Nederland worden gedetermineerd.

Netherlands Institute for Sound and Vision
doi.org/10.18146/tmg.240
Tijdschrift voor Mediageschiedenis

van den Broek, Ilja. (2014). De persoonlijke politiek van New Journalism. Tijdschrift voor Mediageschiedenis, 6(1), 108–123. doi:10.18146/tmg.240