In de oorlogsjaren kende bezet België een relatief divers amusementsleven waarin ook bioscopen een belangrijke rol speelden. Aan het begin van de oorlog sloot een behoorlijk aantal zalen de deuren, maar in de meeste steden vonden vanaf het tweede oorlogsjaar opnieuw regelmatig filmvertoningen plaats. Al gauw werd de bioscoop een van de populairste uitgaansplekken. De grote vraag naar filmamusement zette de bioscoopeigenaars echter op prangende wijze onder druk. De internationale situatie en het Duitse cultuur- en filmbeleid dat in de loop van de oorlogsjaren steeds strakker vorm kreeg, had de filmdistributiesector immers volledig op z’n kop gezet. Door importbepalingen, logistieke problemen en censuur werd de Belgische markt de facto afgesloten van de belangrijkste vooroorlogse filmleveranciers(Frankrijk, Italië). Het belangrijkste gevolg daarvan was een gebrek aan recente en lange speelfilms, waaraan de import vanuit Duitsland en in beperktere mate vanuit Nederland en Denemarken slechts gedeeltelijk tegemoet kwam. Belangrijke verschuivingen in de Belgische distributiesector waren het gevolg van het Duitse filmbeleid. Archiefbronnen werpen tevens een licht op hoe Belgische distributeurs en vertoners schipperden tussen economische rendabiliteit, patriottisme en de steeds strakkere Duitse regelgeving.

, , , ,
Netherlands Institute for Sound and Vision
doi.org/10.18146/2213-7653.2016.246
Tijdschrift voor Mediageschiedenis

Engelen, Leen. (2016). België verdeeld. Filmdistributie in bezet België (1914-1918)1. Tijdschrift voor Mediageschiedenis, 19(1), 5–21. doi:10.18146/2213-7653.2016.246