Het samenwerkingsverband van Europese omroepen, de European Broadcasting Union (EBU), vatte in juni 1954 het plan op voor een grote, op geheel Europa gerichte serie uitzendingen: Eurovisie. Dat was ambitieuzer dan de uitwisseling van programma's waaruit de activiteiten van de EBU tot dan toe hadden bestaan. Juridische en andere problemen stonden een 'Europese Gemeenschap voor Televisie' echter in de weg, vooral in het geval van programma-experimenten die niet met sport of nieuws te maken hadden. Wolfgang Degenhardt analyseert aande hand van drie voorbeelden welke problemen dat nu precies waren, die ervoor zorgden dat we heden ten dage Eurovisie voornamelijk kennen als voorvoegsel bij Songfestival.Playing with borders. Communal production of Eurovision television programmes in the 1950s and 1960sThe group of European broadcasting corporations, the European Broadcasting Union (EBU), devised a plan in 1954 for a series of broadcasts aimed at all of Europe: Eurovision. Up until then, EBU.activities had been confined to simply exchanging programmes and thus the Eurovision concept was quite ambitious. Legal issues and other problems created obstacles in forming a 'European Television Community', especially in cases of experimental programmes not related to sport or news. Using three examples, Wolfgang Degenhardt analyses the problems that led to our current perception of 'Eurovision' mainly as a prefix to the 'Song Festival'.

, , , ,
Netherlands Institute for Sound and Vision
doi.org/10.18146/tmg.33
Tijdschrift voor Mediageschiedenis

Degenhardt, Wolfgang. (1999). Spel met grenzen: De gemeenschappelijke productie van Eurovisie-televisieprogramma's in de jaren vijftig en zestig. Tijdschrift voor Mediageschiedenis, 2(1), 52–77. doi:10.18146/tmg.33